vrijdag 23 mei 2008

Het geluid van de Braziliaan

Voorlopig lopen ze hier nog wel een tijdje rond, de Brazilianen. Als ik een haakje op wil hangen, 'vraag het effe aan zo'n Braziliaan'. Aangezien ik niet eens 1 woord Portugees ken, duurt het even vragen meestal wat langer. "Klamboe, mosquitos." Ik gebaar met een haakje in mijn hand dat die klamboe dus boven mijn bed (leg je hoofd schuin met de zijkant op je hand en volgens mij snapt iedereen in de wereld je) moet komen te hangen. En ik spring om duidelijk te maken dat ik daar te klein voor ben. "Ah, malaria", zegt hij en begint te lachen.

En dag later word ik vroeg wakker: de bouwvakkers melden zich weer om de regenpijp te komen omleggen. Als de man van de klamboe me ziet, komt hij op me af en stopt wat betere haken in mijn hand. Hij zegt wat, ziet dat ik er niks van versta en herhaalt het nog een keer. Aangezien hij in zijn taal praat, praat ik gewoon in de mijne terug. "Dankjewel he, ja, ik snap je, is heel aardig van je."

Inmiddels hangt de klamboe en is meneer Braziliaan begonnen om het gat tussen de boven- en benedenverdieping van het huis te dichten. Van de planken die tegen de pui aan moeten komen hebben ze een tijdelijke steiger gebouwd, ik ben benieuwd hoe ze de laatste paar planken erin gaan slaan. Ondertussen klinkt het alsof iemand spijkers door mijn schedel probeert te rammen en met een slijptol de boel nog even probeert af te vlakken. "He, tranquillo he!" roept een collega. Aan het gelach te horen is het een goede grap. Brazilianen en stil, dat gaat niet samen.

dinsdag 13 mei 2008

Landgenoten

Al vanaf het moment dat ik vandaag wakker word, voel ik het: vandaag gaat er iets heel bijzonders gebeuren. Daarom is het even op de tanden bijten en spring ik onder een koude douche. Ik kan tenslotte niet vies aan een bijzondere dag beginnen.

Op mijn gemakje loop ik naar het presidentieel paleis, waar onze minister-president Jan Peter Balkenende vandaag op bezoek komt. Ik ben wat laat, maar dat is in Suriname geen reden tot haasten. Op de uitnodiging staat zelfs dat de pers vooraf nog maar even moet bellen hoe laat de persconferentie écht begint.

Op het moment dat ik mijn voet op de rode loper zet, hoor ik ineens een geluid vanachter een palm. “Pssst.” Ik kijk recht in het gezicht van JP, er straalt paniek uit zijn ogen. Of ik hem als burger van Nederland ergens mee zou willen helpen. “Ach, als het van landsbelang is draai ik daar mijn hand niet voor om”, antwoord ik.


Met dank aan Henk Gras en Gert-Jan Peddemors.

zaterdag 10 mei 2008

Belletje lellen

“Mevrouw mag ik met je mee?” Een jongetje van een jaar of 14 roept me na. Normaal gesproken kijk ik stoïcijns voor me uit en luister gewoon niet naar wat er geroepen wordt, maar deze keer wil ik van mijn fiets afstappen en naar de jongen toelopen. Ik doe het niet, besef me dat ik hier te maken heb met een hoogstwaarschijnlijk bloedeigenwijze Surinaamse puber, en fiets weer door.

Waarom roept een 14-jarige me na? Omdat hij het zijn vader heeft zien doen? Er lopen genoeg mannen met kinderen of soms zelfs met een (hun?) vrouw over straat die tot zover je het kan horen van alles brullen om je aandacht maar te trekken. Het gaat ze er waarschijnlijk 9 van de 10 keer niet om dat ze echt met je mee willen, dat ze je echt een tulpje of poppetje vinden of dat ze echt een biertje met je willen delen. Sterker nog, ik denk dat ze juist zouden schrikken als je op hun aanbod in zou gaan. Toch durf ik dat risico dan weer niet te nemen.

Misschien is het ook gewoon een vorm van puberale stoerheid. Is het bij gebrek aan deurbellen de Surinaams vorm van belletje lellen.

Surinaamse accessoire

Hij rijdt in een dure wagen, heeft een gigantisch flatscreen tv aan de muur hangen en er staat een glimmend blauwe Suzuki sportmotor voor de deur. Bij al deze luxe hoort natuurlijk ook een luxe accessoire. Of ik hem ook even om mijn nek wil voordat hij voor mijn ogen een levende kip zal gaan verslinden.

maandag 5 mei 2008

Oranje gekte


Met oranje glitters op mijn lippen, oranje nagellak op mijn vinger- en teennagels en een oranje ballon in mijn hand dansen we zonder uitzondering oranje gekleed door de straat van het oranje huis. Oranje ballonnen liggen in het zwembadje dat onze Parbo, Chillers en Borgoe koud moet houden. Mijn rechterhand ligt op de oranje glitterende schouder Femke, op het 'ritme' van 'Maar de baas zei Ja, ik heb geen bananen' lopen we de polonaise. Ik ben daar eigenlijk principieel tegen, maar deze middag is toch een uitzondering. Koninginnedag in Paramaribo.